In een typische overgangsetappe waar zowel sprinters als aanvallers kansen maken laat men de Pyreneeën definitief achter om vlakbij de Middellandse Zee aan te komen in de historische stad Narbonne.
Lavelanet (L’Avelhanetis in het Occitaans) ligt 20km ten oosten van Foix, waar de vorige etappe aankwam, en heeft zo’n 7.000 inwoners. Het ligt net als Foix in het departement Ariège en de regio Midi-Pyrénées dat voor de 5e etappe op rij wordt aangedaan. Lavelanet is vernoemd naar het belangrijkste exportproduct van deze regio, de “avelana” oftewel de hazelnoot. Het is verder een weinigzeggend middeleeuws agrarisch dorp dat in het uiterste oosten van het voormalige graafschap Foix gelegen is, binnen de gemeentegrenzen vallen echter wel twee bergen met elk een eigen trekpleister: op de Mont d’Olmes is het gelijknamige skioord gevestigd en bovenop de 1059 meter hoge Montségur staat het Château de Montségur, het belangrijkste en laatste bolwerk van de Katharen en inspiratie voor een nummer van de metalband Iron Maiden. De bekendste persoon uit Lavelanet is de clowneske keeper Fabien Barthez (87 interlands, WK’98 en EK 2000 gewonnen met Frans elftal en de CL in 1993 met Olympique de Marseille. Verder gespeeld voor oa. Bordeaux en Manchester United).
Slechts éénmaal komt dit plaatsje in de rondeboeken voor, in 2002 startte er een etappe naar Béziers waar 11 renners ontsnapten en David Millar de sprint won van de overblijfselen van deze groep voor David Etxebarria en Michael Boogerd.
Nadat de Midi-Pyrénées eindelijk verlaten worden rijden de renners Languedoc-Roussillon binnen, zoals de naam al zegt bestaat het eigenlijk uit twee regio’s die weinig met elkaar te maken hebben. Waar vrijwel iedereen wel weet dat er problemen zijn in een aantal Spaanse regio’s wordt de situatie in deze regio om één of andere reden genegeerd door de internationale media. Een korte poging om het probleem van Languedoc-Roussillon uit te leggen: De Languedoc is de historische naam van het graafschap Toulouse (vernoemd naar Langue d’Oc, de officiële naam van de Occitaanse taal), maar bij het oprichten van de regio Midi-Pyrénées ging een groot deel incl. Toulouse zelf over naar die nieuwe regio. Montpellier werd, tot ergernis van historisch belangrijkere steden als Béziers, Narbonne en Nîmes, de nieuwe hoofdstad. Bovendien werd Roussillon (Rosselló in het Catalaans) toegevoegd, een oorspronkelijk Catalaans gebied met Perpignan als hoofdstad waar de Catalaanse taal en cultuur nog altijd springlevend zijn, in 1659 ging het bij de Vrede van de Pyreneeën over naar Frankrijk nadat het de dertigjarige oorlog had gewonnen van Spanje.
In 2004 werd het toch al beladen sfeertje in deze regio nog eens opgestookt toen de controversiële ex-burgemeester van Montpellier Georges Frêche president van de regio werd, Frêche verwijderde de wapens van Languedoc en Roussillon van de vlag en verving het met een neutraal symbool, bovendien wilde hij de naam van de regio veranderen naar Septimanie (een oude Romeinse naam voor min of meer hetzelfde gebied). Dit is vooral in het Catalaanse deel van de regio in het verkeerde keelgat geschoten, zij voelen zich in hun identiteit aangetast en de roep om een autonoom “Noord Catalonië” wordt steeds groter, niet geheel zonder geweld. In de Languedoc, buiten Montpellier zelf, bestaan er veel frustraties richting de opgedrongen hoofdstad en is er ook een kleinere maar groeiende groep mensen dat een fusie met Midi-Pyrénées wilt om het oude graafschap Toulouse weer te herenigen.
Er wonen in de huidige regio zo’n 2.5 miljoen mensen. In Roussillon (departement Pyrénées-Orientales) wonen 420.000 mensen waarvan zo’n 40% Catalaans als eerste taal spreekt. De hoofdstad en grootste stad is Montpellier, de enige andere steden met meer dan 100.000 inwoners zijn Nîmes en Perpignan. Nog nooit kwam er een Tourwinnaar uit deze regio dat door één renner vertegenwoordigd wordt in deze Tour, de veteraan Stéphane Goubert (AG2R) uit Montpellier.
De finish ligt dus in Narbonne (Narbona in het Occitaans en Catalaans), samen met Carcassone (beiden ongeveer 50.000 inwoners) is het de grootste stad van het departement Aude in het Occitaanse deel van Languedoc-Roussillon. Het is de oudste door Romeinen gestichte stad buiten Italië, in 118 voor Christus stichtten zij hier de havenstad Narbo Martius dat toen nog aan de Middellandse Zee lag, tegenwoordig ligt de stad zo’n 15km uit de kust. De Romeinse stad lag aan de Via Domitia, de eerste Romeinse weg door Gallië die later zou worden doorgetrokken naar het huidige Spanje. Het was in de Romeinse tijd de belangrijkste stad van zuid Gallië na Tolosa (Toulouse) en Masssalia (Marseille) en zelfs enige tijd dé belangrijkste als hoofdstad van de provincie Gallia Narbonensis, dat vrijwel het hele zuidoosten van Frankrijk bestreek. Het gebied rondom Narbonne zelf werd Septimania genoemd en zou in 462 veroverd worden door de Visigoten die het inlijfden in hun koninkrijk dat vanuit Tolosa bestuurd werd, nadat Tolosa in 507 veroverd werd door de Franken werd Narbonne voor enkele jaren de hoofdstad van het Visigotische rijk tot deze verplaatst werd naar Toledo. Het oude Septimania was het enige overgebleven deel van het Visigotische rijk ten noorden van de Pyreneeën en vormde samen met een gebied ten zuiden hiervan één provincie met de naam Gallia, eventjes was Narbonne de hoofdstad maar grotendeels lag deze in Barcelona. In het begin van de 8e eeuw werd het Visigotische rijk binnengevallen door de Moren, Gallia viel in 719 waarmee het Moorse rijk zijn maximale omvang bereikte. Na de historische nederlaag bij Poitiers (732) trokken zij zich terug naar hun rijk, dat al snel aangevallen werd door de Franken. In 759 werd Narbonne veroverd en de oude provincie Septimanie in ere hersteld, in 777/778 was het de nieuwe koning Karel de Grote die ook Barcelona veroverde en zijn gebied ten zuiden van de Pyreneeën “Marca Hispánica” noemde. Terwijl de rest van het latere Spanje (behalve Baskenland) nog eeuwen bezet zou blijven ontwikkelde zich hier Catalonië en haar afwijkende cultuur. Het noordelijke deel van de Moorse gebieden waaronder Narbonne zou ingelijfd worden door het graafschap Toulouse. De ooit machtige havenstad zou ver afzakken vanaf de 14e eeuw toen de kuststrook dichtslibde door een verandering in de loop van de rivier de Aude en de stad plots niet meer aan zee lag, zonder deze gebeurtenis zou het waarschijnlijk één van de grootste steden in zuid Frankrijk geworden zijn, nu is het slechts een middelgroot stadje dat het moet hebben van de wijnbouw, een beetje industrie en een kleine universiteit waar juridische opleidingen gegeven worden. Afgelopen seizoen degradeerde de rugbyclub RC Narbonne na precies 100 jaar op het hoogste niveau gespeeld te hebben, de club werd 2x Frans kampioen en staat vooral bekend vanwege de uitstekende jeugdopleiding. De eerste kathedraal van Narbonne werd gebouwd in 313, na enkele malen verwoest en weer opgebouwd te zijn geweest stamt het grootste deel van het huidige gebouw uit 1272, al staan er ook nog pilaren en andere resten van eerdere reïncarnaties. De “Saint-Just-et-Saint-Pasteur de Narbonne” geldt als één van de hoogtepunten van de Occitaanse architectuur. De aartsbisschoppen van de stad zetelden vanaf de 12e eeuw tot de 14e (toen ze naar Toulouse verhuisden) in het bijzonder fraaie Palais des Archevêques waarin tegenwoordig het museum van de kunst en archeologie gevestigd is. De bekendste personen uit Narbonne zijn Léon Blum (premier 1936-1938 en voorzitter van de voorlopige regering na de 2e wereldoorlog) en de in Frankrijk wereldberoemde zanger Charles Trenet die in 2001 overleed, in zijn geboortehuis is een museum ter ere van Trenet gevestigd.
Het is de 8e keer dat er een Touretappe in deze stad aankomt, René Le Greves was in 1935 de eerste winnaar van Narbonne en de laatste aankomst dateert alweer van 1981 toen de Belg Freddy Maertens won. In 1938 was Antoon van Schendel de beste, hij was na Theofiel Middelkamp en Gerrit Schulte pas de 3e Nederlander met een ritzege. Ondanks dat Narbonne en omgeving redelijk dicht bevolkt zijn komen er nauwelijks noemenswaardige wielrenners vandaan, de beste is dan nog Joseph Goutorbe die in 1945 2e werd in Paris-Tours en het Critérium International won.
Het is duidelijk te merken dat het gebergte omgeruild wordt voor het laagland, in de eerste 60km worden nog twee uitlopers van de Pyreneeën beklommen al stellen ze niet zoveel voor. De eerste is niet eens bergpunten waard en de tweede is slechts van 4e categorie, de Col du Camperié (514m hoog, 3.1 km aan 3.7%). Desondanks een mooi begin van de rit voor aanvallers om een sterke kopgroep te formeren.
Een sterke kopgroep, of een ongemotiveerd peloton, zal ook wel nodig zijn om weg te blijven in de rest van deze etappe die niet bepaald in het voordeel van vluchters spreekt. Het parcours bestaat constant uit lange stroken vals plat waar een jagend peloton zonder problemen overheen raast terwijl ze wel serieus pijn kunnen doen wanneer je al de hele dag met je snufferd in de wind hebt gereden.
Samen met etappe 13 is dit op papier de laatste kans voor sprinters tot de slotrit naar de Champs Élysées.
Door: Mikel Acar/ Wedden.wordpress.com
Wedden op wie de sprint zal winnen? Open een account bij deze bookmaker en krijg 50euro gratis van ze!